Laat je tekst door een collega nog even nalezen. Die kijkt fris naar je tekst en ziet daardoor dingen die jij over het hoofd hebt gezien. Een fout is snel gemaakt en dat is echt heel logisch….. eerst zit het verhaal in je hoofd, vervolgens moet je al jouw hersenspinsels op papier zetten en ook nog eens in duidelijke taal, alinea’s, waardoor je al gauw over je eigen fouten heen leest. Je leest namelijk de woorden niet echt meer, want je kent de tekst al en je hebt deze tekst inmiddels al zo vaak gelezen, waardoor je eigen fouten dus niet meer ziet.
Print je tekst
Ja, ik weet het … het is niet duurzaam! Je moet dit ook niet bij alle teksten doen, maar alleen bij belangrijke teksten zoals een sollicitatiebrief of een offerte. Op een beeldscherm lees je sneller over fouten heen dan op papier.
Lees je tekst hardop voor
Lees je tekst hardop en je ‘hoort’ of de zin wel/niet loopt. Ook hoor je waar je komma’s moet plaatsen. Als je stopt om adem te halen, komt daar meestal een komma.
Laat je tekst een dagje liggen
Schrijf je tekst en laat hem een dag liggen. Kijk dan opnieuw en met een frisse blik naar je tekst. De kans is groot dat je vindt dat zinnen toch raar lopen en ook overbodige woorden vallen je dan weer op.
Gebruik ezelsbruggetjes voor d’s en t’s
Worstel je met d’s en t’s? Vervang het werkwoord dan door het werkwoord ‘werken’. Je hoort dan vanzelf of je een d of een t moet gebruiken. In veel gevallen helpt dit, maar nog beter (her)ken de spellingsregels.
